Wonen

Vitrages – zacht en licht, een raamgedicht

Je ziet meteen het verschil. Met vitrages oogt het raam net wat vrolijker. Als je uit je raam kijkt zie je nog meer dan voldoende buiten bewegen. Andersom is het net wat moeilijker kijken. Voorbijgangers zien jou en je meubilair alleen in een vage waas. Dat is dan ook een van de doelen van vitrage: zien maar niet gezien worden. Vitrage heeft ‘figuurlijk’ lang in een slecht daglicht gestaan. Het zou ouderwets aandoen. In de jaren zestig van de vorige eeuw maakten jongeren korte metten met de vitrages die ouders en grootouders altijd zo plichtmatig voor de ramen hadden gehangen. Maar dat ‘ouderwetse’ idee is anno 2022 helemaal passé. De vitrage is weer aan de winnende hand in het Nederlandse ramenbestand. Dat komt door twee dingen: vitrage geeft mooi gefilterd licht in je ruimte én vitrage verhindert een te open inkijk. Dat gold bij opa en oma al, dat geldt nu net zo.

Vitrages zijn kampioenen in doorschijnendheid

Een deel van dat ‘ouderwetse’ sfeertje van vitrage kun je op het conto schrijven van borduurwerkjes en fijn bewerkte figuurtjes en flora in de vitrage. Daar waren ze vroeger goed in. Zo’n historisch sprookjesboek vol Ot-en-Sien tjes past bij eigenlijk geen enkele hedendaagse interieurstijl. Nou vooruit, wellicht nog ietwat bij de Bohémien stijl. Vitrage heeft vandaag de dag z’n tierlantijntjes verloren. Maar niet z’n kwaliteit. Vitrage wint het van elke raambekleding als het gaat om transparantie en het doorlaten van daglicht. Vitrage staat dan ook aan de kop van een lijstje dat van transparante naar geheel daglicht werende gordijnen gaat:

  • Vitrage;
  • Inbetween;
  • Overgordijn;
  • Verduisterend gordijn;
  • Black-out gordijn.

Is er een alternatief voor vitrages?

In de regel is er een alternatief voor vitrages. Er zijn namelijk inbetweens die een beetje dezelfde kant op gaan qua transparantie. Omdat die stof wat grover en dikker is dan het vlieswerk van de vitrage, zie je er zelf wat minder door. Maar op straat kunnen ze turen en gluren wat ze willen, ze krijgen de vage vormen niet terug tot mensen en objecten. Inbetweens zijn dus nog iets meer privacy gericht maar geven ook meer dan voldoende daglicht door naar de huiskamer. Alleen wint het zachte diffuse licht van de vitrage het dan wel net weer. 

Variëren op wit

Vitrage was altijd wit. Totdat opa en oma er een gele zweem in hadden gerookt. Dan moest de boel in de was. Tegenwoordig doe je dat met een fijn wasprogramma zonder te centrifugeren. En daarna nat aan de waslijn zodat de vitrage kreukvrij blijft. Wit was dus de standaard kleur en had als voordeel dat het goed de zon weerkaatste. Op al te warme dagen hield je het achter je vitrages dus beter uit. Tegenwoordig is er een breder kleurenpalet beschikbaar, met veelal tegen het wit aanleunende tinten zoals een linnenlook. Maar ook zijn er wel heftiger kleuren op de markt. Bedenk alleen wel dat als je bijvoorbeeld blauwe vitrage koopt, dat je dan bij volle zon ook ietwat een blauwe lichte gloed in je ruimte krijgt. Kan mooi zijn, maar is wel heel specifiek.

Koopje? Of gaan voor kwaliteit?

Kwaliteit telt. Een vitrage koop je om er daarna minstens een half leven mee toe te kunnen. Ga dan ook voor neutrale vitrages. Ot-en-Sien borduursels kunnen een paar maanden leuk staan in je vitrage, maar na het vijfde jaar verveelt het wel.